![]() |
Publicatieblad |
NL L-serie |
2025/415 |
24.3.2025 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2025/415 VAN DE COMMISSIE
van 13 december 2024
tot aanvulling van Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen ter bepaling van de aanpassing van het eigenvermogensvereiste en de minimumkenmerken van stresstestprogramma’s van uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten, en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937 (1), en met name artikel 35, lid 6, derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De vereisten van artikel 35, leden 3 en 5, van Verordening (EU) 2023/1114 gelden ook voor significante e-moneytokens uitgevende instellingen voor elektronisch geld, overeenkomstig artikel 58, lid 1, punt b), van die verordening en, wanneer op grond van artikel 58, lid 2, van die verordening verlangd door de bevoegde autoriteit, voor e-moneytokens niet zijnde significante e-moneytokens uitgevende instellingen voor elektronisch geld. |
(2) |
Bij het beoordelen van de omstandigheden die een hoger eigen vermogen voor uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens vereisen, moeten de bevoegde autoriteiten rekening houden met de impact die een falen van de tokens kan hebben op de financiële stabiliteit, met inbegrip van grootschalige verkopen, triggers voor verkopen tegen koersen met extreme korting als gevolg van financiële moeilijkheden van reserveactiva of het opnemen van deposito’s, die potentieel aanzienlijke marktverstoringen, mogelijke negatieve gevolgen voor de funding en systeemrisico’s binnen het financiële bestel veroorzaken. |
(3) |
Gezien het nieuwe karakter van activagerelateerde tokens en e-moneytokens en de uitgevers ervan, bestaat er geen universeel raamwerk voor risicobeoordelingen. Daarom moeten bevoegde autoriteiten, wanneer zij moeten beslissen of een verhoging van een eigenvermogensvereiste gerechtvaardigd is, voor de betrokken uitgevers een individuele beoordeling maken na een brede beoordeling van alle in artikel 35, lid 3, van Verordening (EU) 2023/1114 genoemde relevante risicocriteria. Of een mogelijke verhoging van de eigenvermogensvereisten wordt verlangd, moet afhangen van uitgeverspecifieke omstandigheden. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens waarvoor dergelijke eigenvermogensvereisten gelden, moeten steeds afdoende gekapitaliseerd zijn voor de risico’s waarmee zij te maken krijgen. Voor dit soort brede beoordeling en evaluatie moet alle beschikbare relevante historische en actuele informatie worden gebruikt. Algemeen gesproken, mogen verhogingen van eigenvermogensvereisten alleen worden geëist wanneer er een hogere risicograad is, die nog niet is afgedekt, en de maatregelen van de betrokken uitgever onvoldoende doeltreffend zijn om de risico’s te verminderen. |
(4) |
Wanneer een bevoegde autoriteit een verhoging van de eigenvermogensvereisten van de uitgever van tokens verlangt, moet de termijn om aan die eis tot verhoging te voldoen, zo kort mogelijk zijn aangezien de betrokken uitgever, die een correct en effectief risicomanagement toepast, steeds afdoende gekapitaliseerd moet zijn voor de risico’s waarmee deze te maken krijgt. |
(5) |
Wanneer een bevoegde autoriteit tot de conclusie komt dat de risico’s, met inbegrip van volatiliteit, van een bepaald activagerelateerd token of e-moneytoken kunnen leiden tot een significante verslechtering van de financiële positie van de betrokken uitgever of de impact op zijn financiële stabiliteit, moet de bevoegde autoriteit de betrokken uitgever een kortere termijn geven om het eigen vermogen te verhogen. |
(6) |
Om te garanderen dat uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens deugdelijke beslissingen inzake risicomanagement nemen, moeten die uitgevers en hun betrokken bevoegde autoriteiten inzicht hebben in de financiële en operationele risico’s die het toegenomen gebruik van activagerelateerde tokens of e-moneytokens met zich brengen. Daarnaast moeten zij rekening houden met de onderlinge banden met het ecosysteem van uitgevers van tokens meer algemeen en de inherente verwevenheid met de traditionele financiële sector als gevolg van de aangehouden activareserves. Daarom moet nadere invulling worden gegeven aan de stresstests van het solvabiliteits- en liquiditeitsrisico van uitgevers. |
(7) |
De impact van het zogenaamde “run-risk”, d.w.z. een plotse piek in verzoeken tot terugbetaling van de tokens, die leidt tot een executieverkoop van reserveactiva die de tokens dekken, moet worden geanalyseerd aan de hand van liquiditeitsstresstests. Daarom is het van essentieel belang om minimumkenmerken te bepalen van liquiditeitsstresstests zoals kenmerken wat betreft governance, data-infrastructuur, risicocategorieën en frequentie. |
(8) |
Om te verzekeren dat de uitkomsten van de stresstest relevant blijven, moet een solvabiliteitsstresstest op kwartaalbasis worden uitgevoerd voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens of e-moneytokens en op halfjaarlijkse basis voor uitgevers van niet-significante activagerelateerde tokens of e-moneytokens. De liquiditeitsstresstest moet maandelijks worden uitgevoerd. |
(9) |
De stresstests moeten rekening houden met ernstige, maar plausibele stressscenario’s en niet-financiële stressscenario’s, zoals liquiditeitsschokken, kredietschokken, rente- en valutaschokken, terugbetalingsrisico en operationele schokken en schokken in verband met derden. Ook moeten deze tests ervoor zorgen dat de interne governanceregelingen en de nodige data-infrastructuur voorhanden zijn waarmee uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens en bevoegde autoriteiten inzicht in de kenmerken kunnen krijgen, risico’s kunnen kwantificeren en bewijsmateriaal kunnen verzamelen dat die uitgevers daadwerkelijk op doorlopende basis risico toerekenen en mitigeren. |
(10) |
Als leidend beginsel geldt dat de stresstestprogramma’s vergelijkbare regels en een vergelijkbare benadering moeten volgen als bij stresstests voor kredietinstellingen in het kader van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (2). Aangezien de risico’s die cryptoactiva-activiteiten van uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens niet zijnde kredietinstellingen evenwel verschillen van die voor kredietinstellingen, moeten bij stresstests de cryptoactiva-activiteiten in andere risicocategorieën worden ondergebracht. Voorts moet de groepering van de cryptoactiva-activiteiten en -risico’s ervoor zorgen dat uitgevers van de betrokken tokens en de bevoegde autoriteiten in staat zijn alle functies, processen en actoren te identificeren, samen met de daaraan verbonden risico’s, met inbegrip van milieu-, sociale en governancefactoren (ESG-factoren), en potentiële problemen of risico’s te onderscheiden. Die identificatie moet de opzet en toedeling van specifieke risicoscenario’s die de verschillende activiteiten van de betrokken uitgever inhouden, vergemakkelijken. De scenario’s moeten helder omlijnd zijn zodat de potentiële impact ervan, de bandbreedte van potentiële verliezen en de mate van waarschijnlijkheid verbonden aan de onderscheiden specifieke risicoscenario’s kunnen worden gekwantificeerd. Daarom moet de betrokken uitgever, wanneer deze specifieke risico’s onderscheidt, de tijdlijn van het stressscenario specificeren, die drie jaar moet bedragen voor de solvabiliteitsstresstest en tot één jaar voor de liquiditeitsstresstest. |
(11) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Bankautoriteit (EBA) bij de Commissie heeft ingediend. |
(12) |
De EBA heeft open publieke consultaties gehouden over het ontwerp van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke kosten en baten ervan geanalyseerd en heeft het advies ingewonnen van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) opgerichte Stakeholdersgroep bankwezen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op de volgende uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens:
a) |
uitgevers van activagerelateerde tokens; |
b) |
significante e-moneytokens uitgevende instellingen voor elektronisch geld; |
c) |
niet-significante e-moneytokens uitgevende instellingen voor elektronisch geld, wanneer op grond van artikel 58, lid 2, van Verordening (EU) 2023/1114 door de bevoegde autoriteit verlangd. |
Artikel 2
Procedure
1. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst (“de bevoegde autoriteit”) verstrekt een uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens het ontwerp van haar besluit om overeenkomstig artikel 35, lid 3, van Verordening (EU) 2023/1114 de verhoging van het eigen vermogen te verlangen, waarbij afdoende rekening wordt gehouden met de standpunten die de betrokken uitgever heeft geformuleerd.
2. Het in lid 1 bedoelde ontwerp bevat:
a) |
het bedrag waarmee het eigen vermogen moet worden verhoogd en het percentage hoger dan het bedrag aan reserveactiva resulterend uit de toepassing van artikel 35, lid 1, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2023/1114; |
b) |
de betrokken argumenten voor de hogere risicograad; |
c) |
de vraag of de hogere risicograad een materiële impact kan hebben op de financiële positie van de uitgever of op de financiële stabiliteit van het ruimere financiële bestel; |
d) |
de vraag of de hogere risicograad onafhankelijk is van het governance- of bedrijfsmodel van de betrokken uitgever; |
e) |
het tijdsbestek waarbinnen de betrokken uitgever zijn eigen vermogen overeenkomstig artikel 3 moet verhogen. |
3. De uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens formuleert zijn standpunt over in lid 2 bedoelde elementen binnen 25 werkdagen na ontvangst van het ontwerp.
4. De bevoegde autoriteit stelt de uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens in kennis van haar eindbesluit dat de in lid 2 vermelde elementen bevat.
5. De uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens dient binnen 25 werkdagen na ontvangst van het in lid 4 bedoelde besluit een gedetailleerd plan in voor de wijze waarop zijn eigen vermogen zal worden verhoogd binnen het door de bevoegde autoriteit vastgestelde tijdsbestek. Dat plan bevat de volgende elementen:
a) |
tijdsgebonden stappen, specifieke maatregelen en procedures om de verhoging binnen het vastgestelde tijdsbestek door te voeren; |
b) |
de bevestiging dat het beoogde gebruik van eigenvermogensbestanddelen en -instrumenten om aan de hogere eis te voldoen, volledig aan de voorwaarden van artikel 35, lid 2, van Verordening (EU) 2023/1114 voldoen. |
6. Wanneer het in artikel 3 bedoelde tijdsbestek voor het voltooien van de verhoging van het eigen vermogen meer dan drie maanden beloopt, houdt de uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens de bevoegde autoriteiten op maandbasis op de hoogte van de stand van uitvoering van het plan.
7. De uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens stelt de bevoegde autoriteit onmiddellijk in kennis wanneer een stap of procedure niet kan worden verwezenlijkt binnen het tijdsbestek om aan de vereisten van artikel 3 te voldoen.
8. De bevoegde autoriteit monitort de uitvoering van het plan nauwlettend.
9. Wanneer een in artikel 119, lid 1, van Verordening (EU) 2023/1114 bedoeld college is opgericht, houdt de bevoegde autoriteit de Europese Bankautoriteit op de hoogte van alle in de leden 2 tot en met 8 bedoelde informatie, met inbegrip van het ontwerpbesluit en het eindbesluit, het plan en eventuele actualiseringen ervan.
Artikel 3
Tijdsbestek
1. Onverminderd lid 2 bepaalt de bevoegde autoriteit, op basis van de in artikel 35, lid 3, van Verordening (EU) 2023/1114 bedoelde beoordeling, voor de uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens een tijdsbestek voor de aanpassing aan hogere eigenvermogensvereisten dat niet meer dan zes maanden vanaf de in artikel 2, lid 4, bedoelde kennisgeving van het eindbesluit mag bedragen.
2. Wanneer de bevoegde autoriteit voor de uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens het tijdsbestek bepaalt om zich aan te passen aan hogere eigenvermogensvereisten, houdt zij rekening met potentiële hogere risicograden die een materiële impact op de financiële stabiliteit op het ruimere financiële bestel of op de uitgever hebben, alsmede met potentiële tekortkomingen in het governance- of bedrijfsmodel van de betrokken uitgever.
Artikel 4
Criteria
Bij de vaststelling van het in artikel 35, lid 3, van Verordening (EU) 2023/1114 bedoelde besluit houdt de bevoegde autoriteit rekening met alle volgende criteria voor het beoordelen van risico’s:
a) |
de vraag of de uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens binnen de volgende twaalf maanden waarschijnlijk inbreuk zal maken op de vereisten van artikel 34, leden 1, 8 en 10, en de artikelen 36 tot en met 39 van Verordening (EU) 2023/1114, aan de hand van een beoordeling van de vraag of de uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens potentiële tekortkomingen of zwakke punten vertoont bij de toepassing van alle vereisten van artikel 34 en de artikelen 36 tot en met 39 van Verordening (EU) 2023/1114; |
b) |
de vraag of terugbetaling tegen pari en tegen marktwaarde is gegarandeerd in normale marktomstandigheden of in stressomstandigheden op de markt; |
c) |
de vraag of er een toegenomen risico is op een aanzienlijke verslechtering van de waarde van de reserveactiva of de financiële positie van de uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens; |
d) |
de vraag of er sprake is van een toegenomen operationeel risico voortvloeiend uit systemen, waaronder de onderliggende distributed ledger en handelsplatformen, marktinfrastructuur of betaalsystemen die worden gebruikt voor de uitgifte of de overdracht van het token en van andere externe aanbieders van cryptoactivadiensten zoals bewaarnemers waarop de tokens of reserveactiva mogelijk een beroep doen. |
Artikel 5
Opzet van stresstestprogramma’s
1. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens zien erop toe dat hun stresstestprogramma levensvatbaar en realistisch is en dat de stresstests leiden tot gefundeerde besluitvorming op alle managementniveaus over alle bestaande en potentiële risico’s die een materiële impact op de financiële positie van de uitgever hebben.
2. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens evalueren en beoordelen hun stresstestprogramma op regelmatige basis om de doeltreffendheid, robuustheid en geschiktheid ervan te bepalen ten aanzien van de risicokenmerken zowel van de betrokken uitgever zelf als van de betrokken uitgegeven tokens, en houden deze actueel. Deze beoordeling vindt op jaarbasis plaats en brengt de externe en interne omstandigheden volledig tot uiting.
3. Voor de opzet van hun stresstestprogramma houden uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens rekening met alle volgende elementen:
a) |
de doeltreffendheid van het programma voor het realiseren van de daarmee beoogde doelstellingen; |
b) |
de behoefte aan verbeteringen; |
c) |
de onderscheiden risicofactoren, de argumenten voor en de opzet van de betrokken scenario’s, modelaannames en de gevoeligheid van uitkomsten voor deze aannames, alsmede de rol van professionele oordeelsvorming om ervoor te zorgen dat deze vergezeld gaat van een gedegen analyse; |
d) |
de prestaties van het model, met inbegrip van de prestaties ervan voor data buiten de steekproef, zoals data die niet zijn gebruikt bij het bouwen van het model; |
e) |
de vraag hoe mogelijke negatieve zelfversterkende effecten tussen solvabiliteit en liquiditeit te integreren; |
f) |
de adequaatheid van mogelijke onderlinge verbanden tussen solvabiliteitsstresstesten en liquiditeitsstresstesten; |
g) |
feedback ontvangen van bevoegde autoriteiten in de context van hun stresstesten voor toezichtdoeleinden of andere stresstesten; |
h) |
de adequaatheid van de data-infrastructuur (implementatie van systemen en datakwaliteit); |
i) |
de passende mate van betrokkenheid van de directie en het leidinggevend orgaan; |
j) |
alle aannames, inclusief zakelijke en/of managementaannames, en beoogde beheersmaatregelen, op basis van doelstelling, type en uitkomst van de stresstesten, met inbegrip van een beoordeling van de haalbaarheid van beheersmaatregelen in stresssituaties en een wijzigende zakelijke omgeving; |
k) |
de adequaatheid en transparantie van de desbetreffende documentatie. |
4. Het stresstestprogramma wordt naar behoren gedocumenteerd voor alle soorten stresstesten die worden uitgevoerd.
5. Het stresstestprogramma wordt geëvalueerd binnen de hele organisatie, door bijvoorbeeld het risicocomité en interne auditors. Ook divisies die niet verantwoordelijk zijn voor de opzet en toepassing van het programma, of externe deskundigen dragen bij aan de beoordeling van dit proces, rekening houdende met de relevante deskundigheid voor specifieke thema’s.
6. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens zien erop toe dat, voor zowel de initiële opzet als de beoordeling van het significante activagerelateerde token, een daadwerkelijke dialoog heeft plaatsgevonden waarbij deskundigen betrokken zijn uit alle sectoren waar de uitgever actief is, en dat het programma en de actualiseringen ervan correct zijn geëvalueerd door de directie en het leidinggevend orgaan van de uitgever, die ook verantwoordelijk zijn voor het monitoren van de uitvoering en het overzien ervan.
Artikel 6
Soorten stresstesten
1. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens voeren een solvabiliteitsstresstest en een liquiditeitsstresstest uit.
2. De solvabiliteitsstresstest brengt de impact in beeld van bepaalde ontwikkelingen — daaronder begrepen macro- of micro-economische scenario’s — op de algehele kapitaalpositie van de uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens, met inbegrip van zijn minimale of aanvullend-eigenvermogensvereisten, door een prognose van de kapitaalbronnen en -vereisten van uitgevers, door de kwetsbare punten van uitgever bijzondere aandacht te geven en door een beoordeling te maken van zijn mogelijkheden om verliezen te absorberen en de impact ervan op zijn solvabiliteitsposities.
3. De liquiditeitsstresstest brengt de impact in beeld van bepaalde ontwikkelingen — daaronder begrepen macro- of micro-economische scenario’s — uit oogpunt van funding en marktrisico en van schokken op de liquiditeit van de activareserve en algehele liquiditeitspositie van de uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens, met inbegrip van zijn minimale of aanvullende liquiditeitsvereisten.
4. Specifieke opzet, complexiteit en detailniveau van de stresstestmethodiek is passend voor de aard van het activagerelateerde token of e-moneytoken, met inbegrip van de aard, schaal en omvang van terugbetalingsrechten, alsmede de complexiteit, concentratie en samenstelling van zijn reserveactiva.
Artikel 7
Minimale frequentie van de verschillende stresstestexercities
1. De frequentie voor solvabiliteitsstresstests is ten minste eenmaal per kwartaal voor uitgevers van significante activagerelateerde tokens of e-moneytokens en halfjaarlijks voor uitgevers van niet-significante activagerelateerde tokens of e-moneytokens.
2. De frequentie voor liquiditeitsstresstests is ten minste eenmaal per maand voor alle uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens.
Artikel 8
Interne governanceregelingen bij stresstestexercities
1. Het stresstestprogramma van de uitgever van activagerelateerde tokens of e-moneytokens wordt vastgesteld door het leidinggevend orgaan ervan, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering ervan overeenkomstig deze verordening en Verordening (EU) 2023/1114.
2. Het stresstestprogramma bevat een beoordeling van de vraag of de leden van het leidinggevend orgaan als collectief over voldoende kennis, vaardigheden en ervaring beschikken om al het volgende uit te voeren:
a) |
volledig begrijpen wat de impact is van stressgebeurtenissen op het algehele risicoprofiel van de uitgever; |
b) |
erop toezien dat heldere verantwoordelijkheden en voldoende hulpbronnen zoals ervaren menselijke hulpbronnen en IT-systemen zijn toegewezen en gealloceerd voor het uitvoeren van de stresstests; |
c) |
actief deelnemen aan overleg met bij de stresstests betrokken medewerkers en met personen aan wie taken met betrekking tot de stresstesten zijn uitbesteed; |
d) |
kritisch kijken naar belangrijke modelaannames, de selectie van scenario’s en de onderliggende aannames voor de stresstests in het algemeen; |
e) |
beslissen over de noodzakelijke beheersmaatregelen en daarover met de bevoegde autoriteiten overleggen. |
3. Het stresstestprogramma wordt zodanig opgezet dat stresstesten kunnen worden uitgevoerd in overeenstemming met de desbetreffende interne beleidslijnen en procedures van de uitgever.
4. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens zien erop toe dat alle elementen van het stresstestprogramma, inclusief de beoordeling ervan, in de interne beleidslijnen en procedures naar behoren worden gedocumenteerd en, zo nodig, regelmatig worden geactualiseerd.
5. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens zien erop toe dat in de opzet van het stresstestprogramma wordt voorzien in efficiënte communicatie binnen alle bedrijfssegmenten en managementniveaus, om voor meer bewustwording te zorgen, de risicocultuur te verbeteren en aan te zetten tot discussie over bestaande en potentiële risico’s en over mogelijke beheersmaatregelen.
6. Het stresstestprogramma wordt opgezet als integrerend deel uitmakend van het raamwerk voor risicomanagement van een uitgever. Stresstesten worden opgezet om zowel verschillende zakelijke beslissingen en processen als strategische planning te ondersteunen. De strategische beslissingen houden rekening met de tekortkomingen, beperkingen en kwetsbare punten die tijdens de stresstesten aan het licht komen.
7. De uitkomsten van stresstesten worden gebruikt als input voor het proces om de risicobereidheid en risicolimieten van een uitgever te bepalen en dienen als planningtool om de doeltreffendheid van nieuwe en bestaande zakelijke strategieën te bepalen en de mogelijke impact ervan op eigen vermogen en liquiditeit te beoordelen.
Artikel 9
Voor stresstestprogramma’s relevante data-infrastructuur
1. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens zien erop toe dat het stresstestprogramma wordt ondersteund door een adequate en transparante data-infrastructuur.
2. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens zien erop toe dat hun data-infrastructuur de capaciteit heeft om te voldoen aan de uitgebreide databehoeften van hun stresstestprogramma en dat zij beschikken over mechanismen om doorlopend en consistent stresstesten te kunnen uitvoeren zoals gepland in overeenstemming met het programma.
3. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens zien erop toe dat hun data-infrastructuur in staat is zowel flexibiliteit als passende niveaus van kwaliteit en controle te bieden.
4. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens zien erop toe dat hun data-infrastructuur in verhouding is tot hun omvang, complexiteit, en risico- en bedrijfsprofiel, en de uitvoering van stresstesten mogelijk maakt die alle materiële risico’s bestrijken waaraan de instelling is blootgesteld.
5. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens reserveren menselijke, financiële en materiële hulpbronnen om de efficiënte ontwikkeling en het onderhoud van hun data-infrastructuur, inclusief IT-systemen, te waarborgen.
Artikel 10
Methodiek, gemeenschappelijke referentieparameters en de waarschijnlijkheid van aannames
1. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens onderscheiden de volgende risicocategorieën:
a) |
risico voor de waarde, overdraagbaarheid, liquiditeit, toegankelijkheid of inwisselbaarheid van de activagerelateerde tokens of e-moneytokens en reserveactiva; |
b) |
risico’s voortvloeiend uit systemen waarvan het activagerelateerde token of e-moneytoken gebruikmaakt, met inbegrip van de onderliggende distributed ledger of andere technologie van het token en voor de uitgifte of de overdracht van de tokens gebruikte handelsplatformen, marktinfrastructuur of betaalsystemen; |
c) |
risico’s voortvloeiend uit de uitvoering van contractuele regelingen die de betrokken uitgever met andere uitgevers, aanbieders van cryptoactivadiensten, financiële instellingen of andere natuurlijke personen of rechtspersonen is aangegaan voor de uitgifte of overdracht van de tokens of voor oprichting, beheer, bewaring of belegging van de reserveactiva, met inbegrip van regelingen waarmee de uitgever taken uitbesteedt. |
2. Om de in lid 1 bedoelde risico’s te beoordelen, onderscheiden uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens specifieke risicoscenario’s waarin wordt gebruikgemaakt van historische scenario’s en/of hypothetische scenario’s ten aanzien van de verschillende in lid 1 bedoelde risicocategorieën.
3. De specifieke in lid 2 bedoelde risicoscenario’s zijn helder omlijnd en de potentiële impact ervan is kwantificeerbaar.
4. Bij het onderscheiden van specifieke risico’s bepalen uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens een tijdshorizon van drie jaar voor de risicogebeurtenissen met betrekking tot de solvabiliteitsstresstest en van tot één jaar voor de liquiditeitsstresstest, specificeren zij het activum waarop het risico ziet en geven zij een precieze beschrijving van het risicoscenario.
5. Uitgevers van activagerelateerde tokens of e-moneytokens kwantificeren, of beschikken over, benaderende schattingen van de ernst en waarschijnlijkheid van de onderscheiden stressscenario’s en van de potentiële verliezen die uit deze scenario’s voortvloeien.
Artikel 11
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 13 december 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 150 van 9.6.2023, blz. 40, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/1114/oj.
(2) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2013/36/oj).
(3) Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/1093/oj).
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2025/415/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)